Chopperen en ontgraven
Chopperen -- de bovenste laag van de vegetatie ( inclusief de humuslaag tot 4 cm) wordt afgeschraapt (geklepeld en afgezogen), waardoor andere planten een kans krijgen om zicht te ontwikkelen. Deze methode is onder meer op Texel en Vlieland toegepast op plekken die waren vergrast en die werden gedomineerd door kraaihei. De bodemeigenschappen veranderen daardoor niet. Omdat er geen concurrentie is kunnen veel planten zich opnieuw vestigen. Het is wel de vraag of ze zich op langere termijn bij gelijke bodemeigenschappen kunnen handhaven. Misschien moet chopperen gepaard gaan met het toevoegen schelpengruis.
 
Ontgraven en afvoeren van voedselrijke/overbemeste grond heeft vaak alleen zin als dat tot grote diepte gebeurt. Deze maisakker is tot ruim 30 cm afgegraven, maar de fosfaten zitten hier veel dieper in de grond. Met stijging van het grondwater komt dat ook steeds binnen wortelbereik van de kruidachtige vegetatie. Verschraling van de bodem is in deze situatie effectiever, maar dat kan decennia duren. Natuurontwikkeling is een proces met een natuurlijk tijdschema. (Deventer 1999)
 
Dit ziet er als basis veelbelovend uit, maar er zal veel moeten gebeuren om de natuur te krijgen die men beoogd. (Deventer 1999)
 
Ontgraven van de voedselrijke bouwvoor tot onder de grondwaterpiegel. (Apeldoorn 2002)